Contiguity vrij vertaald als nabijheid of aangrenzing binnen onderzoeksterreinen.

De drie praktijken beschouwen als onderzoeksterrein.

Het onderzoeksterrein van een onderzoeker die werkt met de methode a/r/tography is zo breed mogelijk. Wat vooral opvalt in het onderzoek is dat de drie invalshoeken erg door elkaar lopen. Soms komt er informatie uit onverwachte hoek, terwijl je je in een andere rol bevindt. Het is een vorm van triangulatie, het verzamelen van data vanuit verschillende methoden, in de diverse rollen die ik doorloop in mijn werkgebied, onderzoek, maar ook in het dagelijks leven.

Een voorbeeld van hoe de triangulatie werkt in mijn dagelijkse praktijk. Mijn beroep is fotograaf, dagelijks werk ik met beelden. Graag ga ik er met de camera op uit, maar door tijdgebrek komt dat niet zo vaak voor als ik graag zou willen. Mijn werk is vaak commercieel, voor reclame doeleinden maak ik een afbeelding zo aantrekkelijk dat het verleidelijk wordt om het gefotografeerde onderwerp aan te schaffen. Ik neem deel aan brainstormsessies, er wordt een plan gemaakt, en uiteindelijk beslis is samen met de opdrachtgever en stylist hoe we een onderwerp in beeld brengen. Als fotograaf speel ik met licht, houd me bezig met de technische kant, en zorg dat alle facetten zo uitkomen dat we het ultieme beeld bereiken. Dit gaat snel, zonder veel diepgang. Er wordt vaak niet nagedacht waarom iets werkt of juist niet. Het zijn meer aannames. Voor mij is juist het verhaal wat een foto met zich meebrengt interessant, wat wordt er bedoeld? Wat bedoelde de maker, is dit vertaald zoals hij dat wilde? Had dat ook anders gekund? Waarom vinden wij een beeld interessant? Wat beweegt ons om een beeld zo te maken? Wat wil ik vertellen met mijn foto’s? Komt mijn verhaal goed over? Een beeld goed belichten en composeren is mijn talent, het inzicht is iets wat ik van nature bezit. In de brainstormsessies leer ik hoe ik op andere ideeën kan komen voor het in beeld te brengen onderwerp. Het is niet enkel de techniek die de foto maakt. Het samenkomen van ideeën van verschillende expertises leidt tot een beter beeld. Samenwerken is onvermijdelijk binnen de commerciële fotografie, en kan meer verdieping bieden.

Het overbrengen van mijn, voor mij natuurlijke, kennis is een hele andere tak van sport. Terwijl ik op een informatieavond voor het VO aanwezig was om te vertellen over mijn vak, werd ik aangesproken door Francesco van Mierlo, directeur van het Kunstencentrum in Waalwijk. Wat hem bewoog om mij te vragen als docent was het feit dat ik werkzaam ben als fotograaf, maar ook graag lesgeef. De hybride docent waar hij naar op zoek was. Door Francesco, maar ook door de master ben ik in de docentenrol gegroeid bij het Kunstencentrum in Waalwijk waar ik fotolab cursussen geef aan (jong)volwassen die zich willen verbreden en verdiepen in fotografie. Elk van hen heeft een eigen niveau. Sommigen hebben veel tijd voor een opdracht, anderen moeten het echt ‘tussendoor’ doen. Ze werken allemaal met semi-professioneel materiaal, zijn goed op de hoogte van de technieken die bestaan en waar ze graag meer van willen weten. We werken in blokken van 4 lessen waarin zij met een thema werken. Eerst ontwikkelen zij een concept, daarna gaan ze aan de slag met hun camera. Het vervolg is het selecteren van het juiste materiaal en nabewerken naar hun eigen wens, als laatste presenteren ze hun materiaal. Als docent begeleid ik hen in hun proces. Ik probeer hen te laten groeien in hun kennis en expertise als fotograaf. Ook als docent blijven dezelfde vragen een rol spelen. Hoe vertellen mijn studenten hun verhaal? Kunnen ze dit goed verbeelden, zou het anders kunnen? Toen mijn onderzoek naar Visueel Onderzoek een start maakte merkte ik de raakvlakken tussen mijn eigen rol als fotograaf en rol als docent. Ik wilde vooral graag weten of mijn cursisten hun onderzoek ook visueel kunnen doen, door het zoeken naar beelden, maken van beelden die hun verhaal vertellen, en hun gevoel weergeven. Het concept uitwerken waar zij mee aan de slag gaan in het thema. Ik heb een heel blok gewijd aan Visueel Onderzoek met mijn studenten. Ik heb dit onderzocht door participerende observaties. Zij hebben visueel onderzoek gedaan naar het thema ‘Film Noir’, dit was door middel van beelden zoeken en beelden maken die voor hen het verhaal vertelden van waar zij heen wilden met dit thema. Dit hebben zij gepresenteerd aan mij en aan hun medestudenten. Er is over gediscussieerd, wat was wel duidelijk en wat niet. Wat biedt visueel onderzoek aan mogelijkheden en beperkingen? Bovenstaande momenten zijn opgenomen als dataverzameling en geanalyseerd voor mijn case study.

Wat ik vooral heb gemerkt is dat deze rollen niet afzonderlijk functioneren. De rol als onderzoeker blijft nieuwsgierig naar informatie, validiteit van het onderzoek achterhalen, en hoe kan ik aan de benodigde informatie komen? De kunstenaar begeleid, evenals de docent de studenten. Daar waar de docent zich bekommert over een juiste methode om in de lessen te hanteren, is tegelijk de kunstenaar bezig met de kwaliteit van het materiaal wat de studenten meenemen. De techniek achter de foto wordt onderzocht door de docent, de beeldende kwaliteiten door de kunstenaar. Ook is de kunstenaar zoekend naar het verhaal in de foto, is dit het verhaal wat de student wilde vertellen? De analyse ervan wordt weer gedaan door de onderzoeker. Dit is een lopend proces, staat nooit stil en de wisseling tussen de rollen gaat snel.